Schoon genoeg

Schoon genoeg

‘Ik heb hier zó geen zin in met deze bloedhitte,’ denkt Susan, terwijl ze moedeloos naar de lange rij auto’s voor de wasstraat staart. De wind uit het Zuiden heeft veel Saharazand meegenomen. Auto’s zitten onder een dun laagje stof, zo ook de protserige donkerblauwe SUV van haar vader.
‘Breng jij die tas zo snel mogelijk naar Dirk en was gelijk even de auto. En niet zoals de vorige keer!’
Ongeduldig had haar vader de tas in haar handen geduwd. Bij elke beweging glinsterde het zonlicht op zijn gouden ringen. De rook van zijn dikke sigaar sloeg in haar gezicht. Ook al had ze er geen zin in, haar vader sprak je gewoon niet tegen, dus ze ging!

Met een zucht kijkt Susan naar de tas op de bijrijdersstoel, een klein puntje papier steekt onder de rits vandaan. Ze had die tas liever niet bij zich gehad. Misschien had ze deze eerst moeten afgeven voor ze de auto liet wassen, dat was veiliger geweest. Achter haar sluiten meer auto’s aan. Omkeren is geen optie meer. Stom, stom, stom. Nu moet ze de wasstraat in mét de tas. Nou ja, het is niet anders. In de achteruitkijkspiegel ziet ze ineens dikke donkere wolken zich samenpakken. Onweer op komst! Langzaam kruipt ze richting de wasstraat, ze is bijna aan de beurt. Voor een klein houten hokje staat een jongen. Als ze haar raampje opendraait, blaast er ineens een stevige wind naar binnen.
‘Welk programma?,’ vraagt de jongen nors. Hij is tenger met kille blauwe ogen in een wit gezicht.
‘Programma acht,’ zegt Susan snel. De jongen tikt iets in op de pinautomaat en houdt haar deze voor. Ze legt haar pasje erop. Even later kondigt wat geratel de komst van het bonnetje aan. Als ze het bonnetje aanpakt, raken hun vingers elkaar. Die van hem voelen, ondanks de hitte, koud aan. Sluiks staart hij naar de tas op de bijrijdersstoel. Hij geeft haar een onaangenaam gevoel en snel sluit ze het raampje. Waarom heeft ze die tas niet achterin gelegd, veilig door de hoedenplank aan het zicht onttrokken? De jongen loopt rond de auto en spuit het zand eraf. Ze heeft het idee dat hij dichterbij staat dan nodig. Gluurt hij soms weer naar de tas?

Dan gebaart zijn collega dat ze de wasstraat in kan rijden. Susan manouvreert de auto op zijn aanwijzingen en als ze voelt dat de band de auto vooruit trekt, schakelt ze de motor uit. Gelijk wordt haar het zicht ontnomen door een enorme waterdouche over de voorruit. Schokkerig wordt de auto verder de wasstraat ingetrokken en met een sissend geluid volgt een schuimbad. Vaag ziet ze de grote blauw met gele borstels naderbij komen door de dikke schuimlaag. Ze beginnen steeds sneller te draaien. Als ze bijna bij de borstels is, wordt de deur aan de bijrijderskant ineens opengetrokken. Het witte magere hand graait naar de tas, maar Susan is sneller, grijpt de tas aan een hoek beet en rukt deze naar zich toe. De witte hand krijgt toch één van de hengsels te pakken. Beiden trekken aan de tas. Plotseling wordt met een regen aan water en schuim de eigenaar van de hand met een klap door de grote borstel de auto in gekwakt. Het is de jongen met de kille blauwe ogen! Hij vloekt hard. Door zijn val laat hij even de tas los en ze trekt deze snel naar zich toe. De jongen duikt op haar af, ze houdt zijn graaiende handen met haar arm tegen. Hij grijpt een pluk van haar haar vast, maar ze vecht voor haar leven en krabt hem in zijn gezicht. Dan trekt de band de auto onder de borstels vandaan en vliegt de deur ineens weer open. Dit is haar kans. Snel trekt ze de emergency hamer uit het vak in de deur en haalt met al haar kracht uit. De punt raakt de jongen vol aan de rechterkant van zijn hoofd, het bloed spuit eruit en hij tuimelt achterover de auto uit. Susan duikt opzij en trekt de deur in het slot. In haar spiegel ziet ze de jongen langzaam opstaan en wankelend richting haar auto lopen. Ze aarzelt geen moment, start de motor, negeert het rode stoplicht en scheurt op hoge snelheid de wasstraat uit. Ze voelt de balk waar de droger aan bevestigd zit op het dak bonken. Haar nog natte auto verspreidt een nevel van water in de hal waar twee verbaasde mannen met de autostofzuiger in hun hand haar nastaren. Dan rijdt ze het onweer in. Dikke regendruppels benemen haar bijna het zicht en felle flitsen verlichten de donkere hemel. Ze kijkt niet meer in haar achteruitkijkspiegel en zet koers richting Dirk. Ze moet zo snel mogelijk van die tas af!

Bij Dirk drukt ze de bel diep in en schopt ondertussen met haar voet tegen de deur. Als hij eindelijk open doet, gooit ze de tas met kracht naar hem toe. ‘Wanneer houden jullie hier nou eens mee op!’ schreeuwt ze naar hem en snelt terug naar haar auto. Het grind spat hoog op als ze de oprijlaan afscheurt. Dirk kijkt haar verdwaasd na in de deuropening van zijn villa, zijn armen beschermend om de tas.

Langzaam parkeert Susan de oude donkerblauwe Volvo op de oprit. Haar vader is in de tuin bezig met zijn laarzen aan. Op zijn hoofd staat zijn onafscheidelijke strooien hoedje. De korte onweersbui heeft de ergste hitte verdreven en de tuin ziet er opgefrist uit.
‘Hoi pap, bedankt voor het lenen van je auto. Ik heb hem gelijk even laten wassen’
‘Fijn meid, zeg ik heb net koffie klaar, wil je ook een bakkie’
‘Lekker pap’
Samen nemen ze plaats in het kleine zitje in de prachtige tuin van haar vader. Ze kijkt genietend om zich heen, terwijl haar vader druk is met koffie en koekjes.
‘Was Dirk blij met de tuintijdschriften?’ Haar vader en zijn tien jaar oudere broer Dirk delen al hun kennis en kunde van hun hobby tuinieren.
‘Ja heel blij, je krijgt de groeten en hij komt morgen nog wat stekken brengen’
‘Ik kreeg nog een rondleiding in zijn nieuwe huisje. Echt een fijne plek voor hem’
‘Hoe is het verder Suus, lukt het een beetje met schrijven van je thriller. Heb je al weer een nieuw hoofdstuk verzonnen?’
‘Ik denk het wel’
‘Wordt het weer bloederig en spannend?’
‘Zeker weten pap!’

***

 

augustus 2023

Foto: Pixabay

 

 

© 2024 Joëlla van der Breggen | Algemene voorwaarden | Disclaimer | Privacy verklaring | Grafisch ontwerp Thumbs Up | Technische realisatie Sieronline B.V.