‘Mááááám, waar is mijn laptop?’ roept mijn zoon. ‘Op het glazen tafeltje’, roep ik van boven. Ik loop naar beneden; halverwege de trap komt hij mij al tegemoet. ‘Hij ligt er écht niet’ zegt hij overtuigd. In de huiskamer vis ik zijn laptop van het glazen tafeltje en kijk hem grijnzend aan. ‘Die heb je daar net neergelegd, want hij lag er echt niet’ roept hij verbaasd.
Story of my life; dingen terugvinden die kwijt zijn. Meestal onder een bepaalde tijdsdruk. Sleutels die kwijt zijn terwijl er een trein gehaald moet worden, een handschoen terwijl het buiten vriest of een broek die al héél lang geleden in de was is gedaan (maar vervolgens zelf terug gekropen is onder het bed). Ook op onze gezinsapp staan regelmatig dringende vragen over zoekgeraakte spullen. Met een ‘Geen paniek jongens, het is pas écht kwijt als mama het vanavond niet kan vinden’, bewaart Ruud meestal de rust.
Als ik ze vraag hoe het toch mogelijk is dat ze altijd alles kwijt zijn, krijg is steevast als antwoord dat dat komt omdat ík alles opruim.
scroll naar beneden om verder te lezen
‘Laat het nou maar gewoon liggen, dan weet ik waar het is’, zegt mijn dochter. Een beetje verslagen kijk ik dan naar mijn hoge rieten mand onder de spiegel.
Bedoeld als leuk meubelstuk met interieurtijdschriften erop. Helaas, hij ligt bezaaid met haar tas, jas, schoolspullen, een schoen, een haarband. ‘Jongens, spullen opruimen’ roept Ruud dan ferm. Ondertussen zelf zijn dossiers op een eetkamerstoel deponerend, een stapel met bonnen op de boekenkast en de rest op tafel. Die jongen maakt overal een kantoor van. ‘Hypocriet’ noemen de kinderen dat, niet geheel onterecht.
Een beetje gelijk hebben ze wel, ik ruim altijd alles op. Ik hou gewoon van opgeruimd. Na 35 jaar met Ruud en 21 jaar met kinderen ben ik wel wat makkelijker geworden. Soms krijg ik het toch op de heupen en ga als een witte tornado door het huis. ‘Krijgen we bezoek?’ vraagt mijn zoon dan. Grrrrrrrrrr. Ik geloof dat ik wel behoefte heb aan een lotgenoten groepje…..